Een glooiende rit met een vlakke finale bood een kans dat de vijfde rit in de Giro d’Italia voor vrouwen er één was voor de vluchters. Team dsm-firmenich PostNL startte met het doel om mee te zijn met een vlucht als deze kopgroep groot genoeg was, met Franziska Koch als belangrijkste troefkaart om uit te spelen. Maar het werd al snel duidelijk dat niet veel andere teams een poging wensten te doen en zich neerlegden bij een sprint. In die situatie wilde het team aanvankelijk ervoor gaan met Josie Nelson als hun snelle afmaker maar zij gaf aan dat ze niet de beste benen had, waardoor het aan Koch was in haar plaats. In de finale werkte het team goed samen om Koch en kopvrouw Juliette Labous van voren te houden, maar helaas raakte in de slotkilometer Koch ingesloten en kon ze zich daarna nooit helemaal mengen in de sprint, resulterend in een tiende plaats.
Na afloop van de rit zei Koch: “Ons aanvankelijke plan om in een vlucht mee te gaan liep op niets uit, omdat het peloton voornamelijk bijeen bleef. De beslissing om mij uit te spelen in de sprint namen we laat, omdat Josie aangaf dat ze zich niet super voelde vandaag. Ik raakte helaas wat ingesloten in de laatste achthonderd meter door toedoen van enkele sprintaantrekkers van andere teams waardoor ik er nooit voluit voor kon gaan. Maar de meiden leverden goed werk af bij het loodsen van mij en Juliette door de bochtige en chaotische stroken in de aanloop naar de sprint.”