Het tikkende geluid van helikopterbladen in de verte dat steeds luider wordt; het gedempte gepraat van de teamstaf terwijl ze hun finishtassen controleren; een opkomend gevoel van opwinding onder de fans die zich aan de hekken vastklampen, vechtend om een glimp op te vangen van hun favoriete renners – dit alles is in een flits voorbij wanneer het peloton met 70 kilometer per uur voorbijraast.
Een snel stukje geschiedenis
Sprint-finishes zijn een spannend onderdeel van onze sport en voor Team dsm-firmenich PostNL vormen ze sinds de oprichting in 2008 de ruggengraat en sterke pijler van het succes van het team. Inmiddels heeft het team meer dan 200 sprintoverwinningen behaald in zijn drie programma’s.
Met Kenny van Hummel, die aan het eind jaren 2000 meerdere wedstrijden voor het team op zijn naam schreef, via de ontwikkeling van de Duitse sprintgrootheden Marcel Kittel en John Degenkolb in de jaren 2010, naar recentere Grote Ronde-successen met Michael Matthews en Alberto Dainese: sprinten heeft altijd deel uitgemaakt van het DNA van het team.
Team dsm-firmenich PostNL hoofdtrainer Rudi Kemna licht toe: “We zijn trots op onze geschiedenis in de sprint-finishes als team. Het is een gebied waar we ons vanaf het begin op wilden richten en onze ontwikkeling tot een van de meest dominante sprinttreinen in het mannenpeloton heeft ons veel succes gebracht. De concurrentie is inmiddels sterker geworden en er is veel veranderd, maar we zijn het sprinten als een van onze belangrijkste pijlers en prestatiegebieden blijven zien. Ook de afgelopen jaren hebben we geweldige resultaten op het hoogste niveau van de wielersport geboekt, niet alleen in ons Mannenprogramma, maar ook in ons Development- en Vrouwenprogramma. De beroemde overwinning op de Champs-Elysees tijdens de eerste moderne Tour de France Femmes is hier een mooi voorbeeld van.”
“Het sprinten weerspiegelt de ideeën die we als team nastreven. Iedereen moet echt als een hechte groep samenwerken om de sprint-finisher naar de juiste plek te brengen, zodat deze er richting de eindstreep helemaal voor kan gaan. Elke renner in de groep en in de trein is belangrijk en speelt zijn eigen rol in het team om aan het eind van de dag een goed resultaat te kunnen behalen. Het is voor een renner onmogelijk om het alleen te doen.”