Ontwikkeling van de nieuwe generatie klassementsrenners

Naarmate de wielerwereld evolueert, evolueert ook de zoektocht naar het vinden en ontwikkelen van de volgende generatie Grote Ronde-deelnemers. Achter de schermen is Team dsm-firmenich PostNL hard aan het werk om jonge renners te rekruteren voor het Developmentprogramma, waar ze worden gevormd tot renners van wereldklasse op en naast de fiets, voordat ze promoveren naar de WorldTour. In deze blogpost lees je hoe dit proces eruitziet voor toekomstige klassements-talenten.

Jonge en opkomende renners zoals Max Poole en Oscar Onley begonnen hun reis bij het team via het Developmentprogramma, waar het team waardevolle inzichten kreeg in hun capaciteiten en sterke en zwakke punten.

“In onze benadering van talentontwikkeling zien we belangrijke verschillen tussen renners naarmate ze hun ontwikkelingsfase doorlopen,” vertelt Trainer Coordinator Steve Benton. “Hoewel bepaalde fysieke parameters duidelijk worden wanneer renners de transitie maken vanuit hun tienerjaren, is het cruciaal om categoriseringen niet te overhaasten.”

Er zijn specifieke vaardigheden die renners nodig hebben om veelbelovende klassementsrenners te worden.

“Een succesvolle klassementsrenner in de wielersport moet beschikken over een unieke mix van verschillende kwaliteiten. Ze moeten absoluut een mate van explosiviteit ten opzichte van hun lichaamsgewicht hebben, wat essentieel is voor het bedwingen van beklimmingen. Maar de belangrijkste kwaliteit is hun vermogen om langdurige inspanningen vol te houden, of ze nu aanvallen of verdedigen. Uithoudingsvermogen wordt cruciaal als ze etappekoersen en Grote Rondes rijden en ze moeten vertrouwen op hun hoge drempel om hun energiereserves dag na dag efficiënt te gebruiken. Hoewel hun vorm kan schommelen, blijft de veerkracht om meedogenloze aanvallen op te vangen en erop te reageren de bepalende kwaliteit. Hiermee kunnen ze zich onderscheiden van sprinters of klassiekerspecialisten,” voegt Steve toe.

Wanneer een renner het potentieel heeft laten zien om een goede klassementsrenner te worden, past ons Performance Team de training aan om het profiel van de renner vorm te geven. Daarmee kan de renner zich zo goed mogelijk voorbereiden op de uitdagingen van het etappekoersen als onderdeel van de klassementsgroep. Een aspect hiervan is het werken aan de weerstand tegen vermoeidheid.

Steve vervolgt: “Dit wordt gedaan door middel van verschillende soorten trainingssessies waarbij het lichaam door het verhogen van de weerstand wordt gedwongen om efficiënter te herstellen. Een van die sessies kan bestaan uit intervallen aan het einde van een lange rit of een hoogtestage. Maar natuurlijk is koersen ook erg goed voor de langetermijnontwikkeling van de renners. Met het juiste koersprogramma, zelfs als ondersteunende renner, kan het lichaam zich langzaam aanpassen aan de uitdagingen van het rijden van een meerdaagse wedstrijd.

Om in die wedstrijden een goede renner te worden zijn tijdritvaardigheden ook belangrijk. Vooral in Grote Rondes is dit essentieel om competitief te blijven gedurende de hele wedstrijd. Daarom doen we veel moeite om tijdrijden op zijn minst geen zwakte te laten zijn, maar idealiter een kracht van alle renners in de klassementsgroep. We proberen ze zoveel mogelijk te laten rijden op hun tijdritfietsen, en optimaliseren ook hun biomechanica en aerodynamica met tests op de baan en in de windtunnel.

Naast fysieke aspecten zijn er natuurlijk ook mentaal aspecten.

Coach Matt Winston wijst op de uitdagingen waarmee de jonge renners moeten leren omgaan: “Naast hun vermogen om te klimmen en tijdrijden op hoog niveau, moeten ze ook lange periodes van huis kunnen zijn. Ook is het ontwikkelen van hun wedstrijdvaardigheden essentieel: hoe gaan ze om met druk, hoe komen ze in finales en rijden ze deze zo goed mogelijk, en hoe benader je een bergtopfinish of een tijdrit.”

Een mooie gelegenheid om aan al die verschillende onderdelen en details te werken zijn onze GC-kampen, waar de klassementsgroep samenkomt. Ervaren renners zoals Romain Bardet en Warren Barguil spelen een belangrijke rol als mentoren, hun begeleiding en ondersteuning aan onze opkomende talenten is van onschatbare waarde.

“Zij zijn cruciaal voor het ontwikkelingsproces,” bevestigt Matt. “De jonge jongens kunnen ontzettend veel van hun ervaringen leren. De GC-kampen zijn een geweldige plek om ervaring en kennis uit te wisselen binnen die groep. Een van de belangrijkste doelen van deze kampen is om de jonge jongens te blijven ontwikkelen, om ervoor te zorgen dat ze de vaardigheden hebben die nodig zijn om van wereldklasse te worden. Dit is echt de ideale plek waar we de meeste tijd kunnen besteden aan het bespreken van alle onderwerpen rondom het klassementswielrennen op een ontspannen manier.”

Hoewel al deze jonge renners grote talenten zijn die in de toekomst succes zouden kunnen hebben in het algemeen klassement, is het belangrijk om te beseffen dat elke renner anders is en zich anders ontwikkelt.

“We kunnen niet elke renner op dezelfde manier benaderen. We moeten het echt stap voor stap doen, goed nadenken over geschikte wedstrijdprogramma’s en ontdekken waar ze klaar voor zijn. We willen mensen niet opjagen. Ieders ontwikkeling is een geleidelijk en persoonlijk proces. Daarom zie je ook dat de jongens verschillende programma’s en paden volgen. Misschien doet de ene jongen twee hoogtestages in een jaar en de ander niet. Dat betekent niet dat zijn potentieel minder is, maar hij is er op dat moment nog niet klaar voor. Het is belangrijk dat we altijd naar het grotere geheel kijken,” legt Matt uit.

Het is een grote puzzel om jonge talenten voor te bereiden op de uitdagingen van de grootste etappekoersen op de kalender. Door de jaren heen heeft Team dsm-firmenich PostNL meer dan twintig renners uit het Developmentprogramma naar de WorldTour gebracht, waaronder veelbelovende klassements-talenten. Renners als Oscar Onley en Max Poole uit het Mannenprogramma, en Nienke Vinke en Francesca Barale uit het Vrouwenprogramma hebben hun potentieel al laten zien in een aantal prestigieuze WorldTour-races en leverden een aantal indrukwekkende hoogtepunten voor het team.

Nienke Vinke heeft haar stempel op de wielerwereld gedrukt met een tweede plaats op Willunga Hill en in het algemeen klassement in de Tour Down Under, een tiende plaats in het algemeen klassement in de Tour de Romandie Féminin en een sterke zesde plaats in de Giro dell’Emilia. Francesca Barale liet zich goed zien tijdens de Australische zomer en speelde een belangrijke rol als ondersteunende renster in de Giro d’Italia Donne en de Tour de France Femmes.

Australië bleek ook een succesvolle locatie voor Oscar, die naar zijn eerste profoverwinning stormde op Willunga Hill, voordat hij helaas voor de tweede keer in korte tijd zijn sleutelbeen brak. Na weer een comeback en weer een gebroken sleutelbeen leverde hij een sterke prestatie in de Tour de Suisse, waar hij achtste werd in het algemeen klassement en hij stond deze zomer aan de start van zijn allereerste Tour de France. Een tiende plaats in de Tour de Pologne en een tweede plaats in de Tour of Britain en de Tour of Guangxi bevestigden de vooruitgang die hij dit jaar boekte ondanks zijn tegenslagen.

Max Poole had ook te maken met blessureleed na zijn val in Tirreno-Adriatico. Daardoor miste hij een aanzienlijk deel van het seizoen, maar hij kende een indrukwekkende rentree. Na een tweede plaats in de Vuelta a Burgos kwam hij meerdere keren dicht bij de overwinning in de Vuelta a España, voordat hij uiteindelijk zijn eerste twee professionele overwinningen behaalde in de Tour de Langkawi, waar hij de koninginnenrit en het algemeen klassement won!

We hopen dat je hun volgende stappen op de voet blijft volgen – er komt nog meer!