Nadat de vluchters op woensdag hun kans konden gaan en Oscar Onley naar een vijfde plek reed, was Team dsm-firmenich PostNL opnieuw actief in de achttiende etappe van de Tour de France op donderdag. Reagerend op de vele aanvallen die ontbrandden voorin het peloton bij de start van de dag roteerde het team sterk door telkens mee te schuiven en er zich van te verzekeren dat men aanwezig was in elke groep die kansrijk leek om weg te rijden. Uiteindelijk knapte het elastiek en reed er een grote groep van 36 weg waar Onley en Frank van den Broek een plek hadden gevonden. Maar een slecht getimede lekke band voor Onley zorgde ervoor dat hij op achterstand kwam te rijden en hoewel hij alles gaf wat hij in huis had, was hij nooit in staat om weer aan te sluiten voorin de wedstrijd.
Van den Broek zette door in de vlucht en toen men bij de beklimmingen raakte in het tweede deel van de dag begonnen de aanvallen in de kopgroep opnieuw, deze keer omdat men wist dat men kansrijk was om voor de ritwinst te gaan. Van den Broek deed het goed bij het reageren van aanvallen maar moest op zijn eigen tempo alleen verder toen de snelheid echt omhoog schoot op weg naar de top van de voorlaatste gecategoriseerde beklimming. Dankzij zijn sterke vechtersmentaliteit was hij in staat om terug te keren bij de eerste groep voordat men begon aan de laatste klim, die wachtte op circa dertig kilometer te gaan. Vanaf dat moment, werd er keer op keer aangevallen en uiteindelijk reed een groep van drie renners weg en zij zouden het uitvechten voor de ritzege. Van den Broek probeerde een paar keer mee te zijn met een tegenaanval maar dat lukte telkens niet en uiteindelijk zou hij de finishlijn passeren als 21e in de groep die het uitvocht voor de onderste plekken in de top tien.
Na de rit zei Van den Broek: “Er was weer een flink gevecht gaande om in de vlucht terecht te komen en het was goed dat zowel Oscar als ik daarbij zaten aan het begin. Helaas had hij een lekke band in de afdaling en daarna kon hij niet terug keren in de groep. Dat maakte het lastiger omdat ik alleen was komen te zitten in een sterke kopgroep als deze. Er waren enkele teams met meerdere renners van voren dus was het een beetje een gok op welke aanvallen ik moest reageren. We hadden nog best een afstand af te leggen op het moment dat de aanvallen losbarstten en toen de aanval met Campenaerts afstand nam, zat ik niet in de beste positie om te reageren. Ik denk dat ik de benen had om misschien te kunnen volgen. Uiteindelijk vochten we voor de top 10-klasseringen maar het was echt leuk om weer terug te zijn in zo’n aanval en het was plezierig om zo te koersen. Ik heb ervan genoten. Nu denk ik dat ons echt zware dagen wachten in de bergen.”
Team dsm-firmenich PostNL-coach matt Winston vervolgde: “Het was opnieuw een flink zwaar gevecht om in de kopgroep te komen Het zag er veelbelovend voor ons uit toen we twee man mee hadden met Oscar en Frank. Helaas reed Oscar lek voordat de ploegleiderswagens achter de kopgroep plaats nemen waardoor hij een wiel kreeg van Shimano. Hij probeerde alles om terug te keren in de kopgroep maar uiteindelijk wist hij daar niet te geraken en ging hij rechtop zitten en wachtte op het peloton. Frank zette door maar als hij de enige renner van ons in een groep van 36 is, dan is het altijd lastig om op alles te reageren. Hij leverde echt goed werk, denk ik. Hij verloor het contact met de eersten in de klim, maar liet inzet zien door terug te keren in deze groep. Hij heeft hard gekoerst tot aan de streep, met enkele goede reacties op aanvallen. We hebben uiteindelijk een 21e plek behaald maar ik denk echt dat hij alles heeft gegeven onderweg.”